Direct naar de content
icon search white
10 februari 2023 - Blogs

De weg naar de BAG was er één met vele bochten

Een doodgewone doordeweekse dag in de nazomer van 2009. Een collega loopt langs en schuift een vacature onder haar neus. Of het werk van BAG-medewerker niet iets voor haar is. Niemand kon toen weten wat voor enorme hoeveelheid werk er op gemeenten zou afkomen. En dat was misschien maar goed ook…

Op een stralende donderdagmiddag in november reis ik af van het zuidelijke ’s-Hertogenbosch naar het pittoreske dorpje Hengelo in de Gelderse Achterhoek. Het is een mooie rit. De slingerende weg brengt me via de Bronckhorster kernen en buurtschappen Drempt, Hoog-Keppel, Laag-Keppel, Hummelo, Wittebrink en Keijenborg naar het moderne gemeentehuis van de gemeente Bronckhorst. Het gebouw behoort tot de meest duurzame gemeentehuizen van Nederland.

BAG gemeente Bronckhorst_iObjecten.jpg

Binnen word ik hartelijk ontvangen door Joyce Reijtenbach. Ik mag haar interviewen over haar werk als BAG-beheerder. Het voelt voor Joyce nog een beetje onwennig, want ze houdt er niet zo van om in de belangstelling te staan. Maar haar ogen stralen als ze vertelt over haar werk bij de gemeente. En dus gaan we vrolijk van start. Haar enthousiasme werkt aanstekelijk.

Ik ben vooral benieuwd naar hoe ze in de BAG-wereld terecht is gekomen. Maar eerst we gaan terug naar haar kindertijd. Wat voor meisje was Joyce?

Zoete inval
Joyce groeide op in de jaren ’70. Haar moeder was kleuterjuf en haar vader werkte bij de marechaussee. Broertjes of zusjes had ze niet. Joyce: “Mijn vader was een hele sportieve man. Hij kwam ook altijd met spannende verhalen thuis. Als klein meisje hing ik dan aan zijn lip.” Joyce speelde veel buiten en was avontuurlijk ingesteld. Net als haar vader. Joyce: “Thuis was het een zoete inval, vriendjes en vriendinnetjes kwamen af en aan. Mijn moeder was ook altijd in voor een spelletje en ondernam veel leuke dingen met ons. Het was een hele fijne tijd.”

Andere koers
Na haar basisschooltijd ging Joyce naar de mavo in Arnhem. Vervolgens deed ze nog 2 jaar havo. Ze haalde haar diploma en besloot een hostess-opleiding te gaan doen in Doetinchem. Joyce: “Ik vond talen en reizen heel interessant. Het leek me leuk om later een baan te hebben waarin ik veel kon reizen. Het liefst als hostess op een cruiseschip.” Wie had toen gedacht dat ze jaren later samen met een collega de verantwoording zou hebben over duizenden objecten binnen de gemeente…

Zoals dat gaat in het leven, verliep haar loopbaan niet zoals gepland. Halverwege haar hostess-opleiding ontmoette ze haar toenmalige partner. Met hem ging ze samenwonen. Een baan waarin ze veel moest reizen paste niet meer in haar leven. En dus besloot ze een andere koers te varen.

‘Wie had toen gedacht dat ze jaren later samen met een collega de verantwoording zou hebben over duizenden objecten binnen de gemeente...’

Kadastrale bijwerkingen

Haar carrière begon bij Heidemij, een ingenieursbureau dat in 1888 te Arnhem werd opgericht en later verder ging onder de naam ARCADIS. Het doel van Heidemij: verhogen van de bodemopbrengsten door onderzoek naar en ontginning van heidevelden in Nederland. Joyce: “Ik werkte daar op een afdeling waar ik kaarten moest invullen voor de Belastbare Opbrengst Gebouwd, afgekort de BOG.” Uit die werkzaamheden haalde ze niet veel werkplezier. Even twijfelde ze nog of ze weer terug naar school moest en het vwo zou gaan doen.

Ze besloot toch te blijven en werd door het hoofd van de afdeling gevraagd om aan de slag te gaan met kadastrale bijwerkingen voor waterschappen. Joyce ontdekte dat ze de kadastrale bijwerkingen heel leuk vond. Daar zat voor haar genoeg uitdaging in. Na een tijdje kreeg ze een controlefunctie op die bijwerkingen voor waterschappen. Nog wat later had ze een project onder haar hoede en ging ze mee naar klanten. Inmiddels opereerde het bedrijf onder de naam KAFI, een onderdeel van ARCADIS.

Joyce kreeg als assistent projectleider de verantwoordelijkheid voor meer projecten. Samen met een team collega’s hield ze zich bezig met de planning, werkverdeling en financiën van deze projecten.

Van waterschappen naar WOZ
Inmiddels is het 2004, het jaar waarin André Kuijpers als 2e Nederlander de ruimte in gaat. In datzelfde jaar wordt KAFI overgenomen door TOG Nederland. Joyce: “Omdat TOG geen werkzaamheden deed voor waterschappen, ging ik daar heel wat anders doen en me onder andere richten op de WOZ.”

‘Ik had er nooit aan gedacht om bij een gemeente te gaan werken.’

In 2007 wordt Joyce vanuit TOG Nederland gedetacheerd. Haar eerste opdracht is bij gemeente Bronckhorst. Later volgden ook opdrachten bij andere gemeenten. Ik vraag haar hoe ze die overstap van het bedrijfsleven naar een gemeente heeft ervaren en Joyce begint te lachen. “Eerlijk gezegd had ik er nooit aan gedacht om bij een gemeente te gaan werken. Maar ik merkte al snel dat er een hele prettige werksfeer was. Ook binnen de club Belastingen WOZ had ik fijne mensen om me heen. Ik zat daar echt op mijn plek.”

Flinke klus
Een jaar later werd de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) in het leven geroepen. Op dat moment hield Joyce zich nog bezig met werkzaamheden voor de WOZ. Joyce: “Ik weet nog dat ik bij gemeente Bronckhorst aan het werk was en de WOZ-coördinator mij een vacature liet zien van BAG-medewerker. Of dat niet iets voor mij was. De BAG was toen nieuw en ik had nog geen goed beeld van wat dat precies inhield. Maar ik besloot te solliciteren en ik werd aangenomen. Ik had toen geen idee wat voor uitdagingen erbij kwamen kijken.” Lachend voegt ze eraan toe: “Misschien is het maar goed ook dat ik dat van tevoren niet wist.”

De opbouwfase van de BAG bleek veel voeten in de aarde te hebben. Niemand voorzag de enorme hoeveelheid werk die er op gemeenten afkwam bij het opzetten van de BAG. Bij gemeente Bronckhorst maakten ze er in 2007 een start mee. Ze legden in dat jaar de focus op de grote lijnen. Joyce: “In de jaren voor ik kwam, waren mijn collega’s de meeste tijd kwijt aan het uitzoeken of adressen bestonden. Nadat ze deze hadden vergeleken met de adressen in de bestanden vanuit de WOZ, de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens, red.) en de ACN (Adres Coördinatie Nederland, red.). Maar ook het opnieuw toekennen van huisnummers conform de BAG was een flinke klus.”

Niet zo makkelijk als gedacht
In december 2009 kwam Joyce haar collega’s in het team Geo-informatie ondersteunen bij de opbouw van de BAG. Joyce: “Ze waren nog steeds bezig met de opbouwfase. Samen met een collega, die op het gebied van de BAG ook nieuw en onervaren was binnen het team, inventariseerde ik wat er al was gedaan. Het merendeel was nog niet gerealiseerd.”

‘Misschien hebben we de BAG met zijn allen toch een beetje onderschat, achteraf gezien.’

Er moest nog veel gebeuren. Joyce: “Alles was nieuw. Iedereen was nog zoekende in hoe ze bepaalde dingen moesten doen. Het was niet zo makkelijk als gedacht. Er was ook geen voorbeeld van hoe het moest.” Ook op het moment dat de opbouwfase overging naar de beheerfase, was er nog een flinke klus te klaren. Joyce: “Misschien hebben we de BAG met zijn allen toch een beetje onderschat, achteraf gezien.”

Anders denken
Joyce neemt een slok van haar water en gaat verder: “De BAG was nog nieuw. In de beheerfase waren nog niet alle werkprocessen bedacht en uitgezet binnen de organisatie. Zodat de BAG-beheerder de informatie krijgt om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen van de BAG. Het was veel werk, maar erg leuk om te doen. En eigenlijk is het heel logisch om als medewerker vanuit de WOZ naar de BAG te gaan. Je praat tenslotte allemaal over objecten, de objectafbakening wijkt alleen af op wat punten. Met de WOZ heb je al de basis, je moet alleen iets anders denken.”

Joyce begon haar werk als BAG-beheerder in de BAG-applicatie CGA van PinkRoccade, de voorloper van de huidige applicatie iObjecten. Joyce: “We waren heel tevreden over CGA. Toen iObjecten in 2015 werd gelanceerd, steunde het in eerste instantie nog op CGA. De demo die we kregen zag er heel goed uit. Zowel qua functionaliteiten als look & feel. Ik heb toen wel gezegd dat het voor ons nog te vroeg was om over te gaan. iObjecten stond destijds nog in de kinderschoenen.”

‘Eigenlijk is het heel logisch om als medewerker vanuit de WOZ naar de BAG te gaan. Je praat tenslotte allemaal over objecten, de objectafbakening wijkt alleen af op wat punten.’

Bij de introductie van BAG 2.0 in 2018 stapte gemeente Bronckhorst definitief over. Daarmee werd Bronckhorst één van de eerste gemeenten die op BAG 2.0 aansloot op basis van iObjecten. Joyce: “Wat fijn is aan iObjecten is dat je er mutaties in kunt klaarzetten, die rechtstreeks in de werklijst komen. De mutaties hoef je dus niet volledig af te maken en naar de Landelijke Voorziening te sturen. Je kunt ze op een later moment vanuit de werklijst oppakken. En iObjecten is heel gebruiksvriendelijk dankzij de handige wizards. Ook voor collega’s die nieuw zijn als BAG-beheerder.”

iObjecten BAG gemeente Bronckhorst.png

Doorontwikkeling iObjecten
Ik vraag haar of ze ook input heeft geleverd voor het verder verfijnen van de applicatie. Ze knikt: “We hebben destijds een aantal sessies gehad met Rudy Boonman, de productmanager van iObjecten. Samen met 2 collega’s nam ik deel aan de co-creatiesessies voor de doorontwikkeling van de applicatie.”

Nadat iObjecten BAG 2.0 volledig in productie werd genomen, werd Joyce vast lid van de productgroep iObjecten BAG. Deze productgroep is een vertegenwoordiging van alle iObjecten-klanten en treedt in overleg met PinkRoccade om de applicatie door te ontwikkelen.

Clusteroverschrijdend denken en werken
Ik ben benieuwd naar de samenwerking tussen verschillende clusters. Ik vraag Joyce hoe dat bij gemeente Bronckhorst gaat. Joyce: “De binnengemeentelijke afnemers van de BAG zijn de BRP (Basisregistratie Personen, red.) en de WOZ. Wij werken hier veel samen, we zijn natuurlijk één gemeente. We hebben goed contact met Ruimtelijke Ordening, Handhaving, et cetera. Je moet verder kijken dan de BAG en samenwerken met andere disciplines om eenduidig naar de burger te kunnen communiceren. Want een burger ziet je als één gemeente, niet als verschillende afdelingen. Je moet dus clusteroverschrijdend denken en werken.”

‘Het is meer werk, maar uiteindelijk wel efficiënter. We weten allemaal waar we over praten en je kunt beter communiceren naar de burger.’

Tevreden burger
Joyce vervolgt: “Wij hadden al heel vroeg een clubje samengesteld vanuit verschillende disciplines: BAG, WOZ, Ruimtelijke Ordening en Bouwen. Vanaf het begin van de beheerfase kwamen we bij elkaar. Dan bespraken we lastige zaken, gezien vanuit alle disciplines, om zo tot een oplossing te komen. Mijn BAG-collega, die in 2013 ons team kwam versterken, en ik hebben een WOZ-achtergrond. Daardoor weten we wat voor consequenties het heeft voor de WOZ als we iets in de BAG doen. En daarom kijken we veel breder. Het is meer werk, maar uiteindelijk wel efficiënter.” Ik knik en vertel dat we samen met de co-creatiegroep bezig zijn met de ontwikkeling van iObjecten WOZ. Met de naderende introductie van iObjecten WOZ wordt dit werk alleen nog maar gemakkelijker. Een goed vooruitzicht dus.

De uiteindelijke doelstelling van de gemeente is om zo goed mogelijk gegevens te registreren en hierover transparant te communiceren. Dit moet leiden tot een tevreden burger. Joyce: “We weten allemaal waar we over praten en je kunt beter communiceren naar de burger. En daar gaat het uiteindelijk om.”

Dat zijn mooie woorden om het interview mee af te sluiten. Ik bedank Joyce voor haar openheid. Erg leuk om zo uitgebreid met een BAG-beheerder te spreken. En te horen hoe de weg eruit zag die is afgelegd voor de BAG als basisregistratie ontstond.

Eerder schreef ik een verhaal over Rudy Boonman, productmanager van iObjecten, over de weg die hij aflegde bij het ontwikkelen van iObjecten. Benieuwd naar zijn verhaal? Je leest het hier.

 

Interview: Melissa Frederiks | Marketing- & communicatiespecialist PinkRoccade Ruimte & Omgeving

Deel via: